Relevant textual alternative to the image

Sm of een oliebadje…

sm

In eerste instantie wilde ik boven deze column de titel ‘Ode aan Neelienke’ zetten. Omdat ik dat bij nader inzien iets te heftig vond heb ik voor een meer prikkelende kop gekozen.
Vandaag wil ik graag schrijven over de reis die we samen maken en waar Neelienke, als trainster een grote rol in speelt. We zijn nu halverwege en in de weken tussen twee blokken van vier dagen verwerk ik de gebeurtenissen van de voorgaande NLP-weekenden.
Mijn doel van de NLP-training is onder andere loskomen van oude belemmerende patronen en ontdekken wie ik werkelijk ben en wat voor moois er voor mij in het verschiet ligt.
We doen dit samen. In de groep is alle ruimte en veiligheid om je verhaal te doen en je kwetsbaar op te stellen. We stimuleren elkaar door onze verhalen en het delen van onze ervaringen. In de afgelopen acht dagen is er een heel mooi proces op gang gekomen waarin we prachtige ontdekkingen hebben gedaan. Althans zo beleef ik het en ik denk dat dit voor iedereen geldt.

Het gaat allemaal niet vanzelf. Soms komt er oude pijn naar boven of nemen we afscheid van oude vertrouwde gewoontes. En dat kan heel confronterend zijn. Gelukkig worden deze ‘ontberingen’ ruimschoots goed gemaakt door nieuwe vaardigheden die we ons aanleren en de ontdekking dat we tot veel meer in staat zijn dan we drie maanden geleden nog dachten. Je wordt een nog mooier mens! Op de schouders van Neelienke rust een grote verantwoordelijkheid om ons leerproces in goede banen te leiden en schade te voorkomen. En dat doet ze met veel passie en ook veel geduld!
Ik vond tussen mijn verzameling teksten en verhalen een heel mooi verhaal waarin ons leerproces onder leiding van ‘meesteres Neelienke’ prachtig wordt beschreven.

De fluit
Er was eens een beroemde musicus die een nieuwe fluit nodig had. Omdat hij alleen de allermooiste muziek wilde maken, ging hij naar het bos om daar zelf het hout te zoeken waar hij zijn nieuwe instrument uit zou kunnen snijden. Het bos reageerde verheugd op zijn komst, want ook het bos hield van muziek en had al lang niet meer echte muziek gehoord. Dat kwam doordat er zoveel namaakmuziek te horen was geweest dat zelfs de vogels ergens anders waren gaan wonen….
Terwijl de musicus door het bos liep en verdrietig constateerde dat hij de enige was die de nood van het woud begreep, zocht hij in het afgevallen hout naar een stuk dat geschikt was om zijn nieuwe fluit te kunnen worden. En telkens wanneer hij iets gevonden had, vroeg hij: ‘Hout, zal ik jou veranderen? Als ik je knoesten heb weggesneden en je van binnen heb leeggemaakt, dan zul je prachtige muziek voortbrengen.’
Maar telkens weer bedankte het hout voor de eer. Het wilde wel een muziekinstrument zijn, maar het was bang voor het mes van de musicus en wilde zich niet laten bewerken. Zelfs toen hij een oude fluit nam en er op speelde, zodat het onbewerkte hout kon horen hoe mooi de muziek klonk en zelfs het bos van ontroering ruiste, zei het hout: ‘Ik wilde dat ik ook zo mooi kon klinken. Maar ik wil het op mijn eigen manier bereiken.’
En het besefte niet dat de musicus niet alleen de woorden, maar ook de gedachten van het hout verstond: ‘Als ik lang genoeg wacht, vallen mijn knoesten er misschien vanzelf af – en wellicht holt de tijd mij pijnloos uit. Dan zal ik zingen zonder ervoor geleden te hebben, Dat is heel wat prettiger!’
De musicus zuchtte. Hij keek naar al het hout dat daar lag te wachten en al wachtend zou verrotten – tenzij hij ingreep, maar zover was het nog niet. Het speelt immers veel prettiger op een fluit die vrijwillig zingt, dan op een instrument dat ertoe gedwongen is….
Uiteindelijk vond hij toch nog wat hij zocht. Een stuk hout, geraakt door de muziek en verlangend om ook zo mooi te kunnen zingen, gaf de musicus toestemming hem te bewerken.
Stukje bij beetje ontdeed de musicus het hout van het vuil dat aan hem kleefde en zo voorzichtig mogelijk sneed hij weg wat de muziek zou kunnen belemmeren. Hij ontkwam er niet aan het hout af en toe pijn te doen, maar telkens wanneer hij zijn mes had moeten gebruiken, legde hij het hout in een bakje met olie.
Dat verzachtte de pijn van het hout en verhoogde de glans ervan.
Toen brak de dag aan waarop de fluit klaar was. De musicus zette de fluit aan zijn mond, blies – en hoor: aarzelend en nog wat hees werden de eerste tonen gevormd. De fluit was buiten zichzelf van vreugde. ‘Hoor,’ juichte hij, ‘vergeten is de pijn want ik zing!’
Maar toen de musicus opnieuw begon te schuren en toen bleek dat er nog een gat bij geboord moest worden, werd de fluit opstandig. ‘Houd nu op,’ riep hij, ‘mijn hele bestaan is in jouw dienst geweest, en je hebt me nu voldoende pijn gedaan – ik zing toch?! Vind je het soms prettig wanneer ik lijd?’
De musicus nam een zachte doek en wreef de fluit tot hij glansde. Toen zei hij: ‘Wanneer jij niet verder wilt, dan stoppen we. Ik ben je dankbaar dat je al zo ver gegaan bent dat ik je kan bespelen.’ Hij blies er de beperkte melodieën op die nu mogelijk waren, maar wanneer hij zijn diepste muziek wilde maken, nam hij de oude fluit.
Na verloop van tijd beviel het de fluit niet meer dat hij niet alle muziek kon zingen die de musicus nodig had en aarzelend bood hij zichzelf aan om verder ontwikkeld te worden.
En zo geschiedde.
En hoewel de bewerking nog steeds pijnlijk was, morde de fluit niet meer. Hij herkende nu immers de troost die het gevolg was van het leed: steeds vaardiger werd zijn zang, steeds voller zijn klank en steeds intenser de melodie die uit hem voortgebracht kon worden….

Ik vind dit verhaal een mooie metafoor voor het proces dat een NLP-cursist samen met zijn trainer doormaakt. En hoewel ze beiden de baas zijn kies ik liever voor een oliebadje van Neelienke dan het zweepje van een SM meesteres 🙂
Geschreven op 29 maart 2013

Volg ons: